Les 10
VEILIGHEID IN HUIS
In het huishouden moet je rekening houden met je eigen veiligheid en die van je huisgenoten. De meeste ongevallen gebeuren in en rond het huis. Daarbij zijn vooral kinderen en ouderen betrokken. Oorzaken van ongevallen thuis kunnen onveilig materiaal en onveilig gedrag zijn. Een oud gammel keukentrapje is een voorbeeld van onveilig materiaal. Soms is een apparaat al onveilig wanneer je het koopt. Het kan ook zijn dat je er iets aan verandert of dat het door slijtage onveilig wordt. Onveilig gebruik van veilige voorwerpen en apparaten is een voorbeeld van onveilig gedrag. Je gebruikt voorwerpen bijvoorbeeld voor iets anders dan waarvoor ze bedoeld zijn. Of je gebruikt ze op een ongeschikte plek, zoals een elektrisch apparaat in de badkamer. Meestal zit er bij een apparaat een veiligheidsvoorschrift. Hierin staat hoe je het apparaat veilig kunt gebruiken. Lees dit altijd goed door. Ongevallen gebeuren vooral als je even niet nadenkt of haast hebt. Als er kleine kinderen in de buurt zijn, moet je extra goed opletten.
VEILIG OMGAAN MET GAS
Door ontsnapt gas kan een explosie ontstaan. Ook kun je erdoor stikken. Als je kookt op een gasfornuis moet je goed opletten dat je alle pitten uitdraait wanneer je klaar bent. Tijdens het koken moet je opletten of de vlam niet per ongeluk uitgaat terwijl het gas nog aan staat. Dat geldt ook voor andere apparaten die gas gebruiken. Gas is zonder vlam kleurloos. Daarom is een gaslek moeilijk te ontdekken. Gas is op zich geurloos, maar voor de veiligheid is er een geurtje aan toegevoegd. Als er een gaslek is, moet je de gaskraan afsluiten. Deze zit meestal bij de gasmeter in de meterkast.
VEILIG OMGAAN MET ELEKTRICITEIT
Problemen met elektriciteit ontstaan meestal door overbelasting of kortsluiting. Bij overbelasting zijn te veel apparaten tegelijk aangesloten. Hierdoor kan zó veel warmte vrijkomen, dat er brand ontstaat.
Kortsluiting betekent dat de stroom niet meer veilig door het elektrische apparaat loopt. Er kan dan brand ontstaan. Kortsluiting ontstaat vaak bij apparaten waarvan het snoer beschadigd is. Controleer altijd het snoer voordat je een apparaat gebruikt. Controleer ook of het apparaat veilig is. Veilige apparaten hebben een CE-markering. Kortsluiting kan ook ontstaan doordat er vocht in het apparaat komt. Als je rechtstreeks in contact komt met een elektrische stroom, krijg je een heftige schok. Je kunt er zelfs aan doodgaan. Kom daarom nooit in contact met onbeschermde elektriciteitsdraden. Als je met een elektrisch apparaat werkt en er komt vocht in, kun je ook een elektrische schok krijgen. Kijk daarom altijd goed uit wanneer je elektrische apparaten in de buurt van water gebruikt. Ons elektriciteitsnetwerk is beveiligd met zekeringen. Wanneer er kortsluiting of overbelasting ontstaat, springen een of meer zekeringen uit. De stroom wordt zo automatisch uitgezet. Dit gebeurt meestal nog voordat er brand ontstaat.
VEILIG OMGAAN MET GAS
Door ontsnapt gas kan een explosie ontstaan. Ook kun je erdoor stikken. Als je kookt op een gasfornuis moet je goed opletten dat je alle pitten uitdraait wanneer je klaar bent. Tijdens het koken moet je opletten of de vlam niet per ongeluk uitgaat terwijl het gas nog aan staat. Dat geldt ook voor andere apparaten die gas gebruiken. Gas is zonder vlam kleurloos. Daarom is een gaslek moeilijk te ontdekken. Gas is op zich geurloos, maar voor de veiligheid is er een geurtje aan toegevoegd. Als er een gaslek is, moet je de gaskraan afsluiten. Deze zit meestal bij de gasmeter in de meterkast.
VEILIG OMGAAN MET ELEKTRICITEIT
Problemen met elektriciteit ontstaan meestal door overbelasting of kortsluiting. Bij overbelasting zijn te veel apparaten tegelijk aangesloten. Hierdoor kan zó veel warmte vrijkomen, dat er brand ontstaat.
Kortsluiting betekent dat de stroom niet meer veilig door het elektrische apparaat loopt. Er kan dan brand ontstaan. Kortsluiting ontstaat vaak bij apparaten waarvan het snoer beschadigd is. Controleer altijd het snoer voordat je een apparaat gebruikt. Controleer ook of het apparaat veilig is. Veilige apparaten hebben een CE-markering. Kortsluiting kan ook ontstaan doordat er vocht in het apparaat komt. Als je rechtstreeks in contact komt met een elektrische stroom, krijg je een heftige schok. Je kunt er zelfs aan doodgaan. Kom daarom nooit in contact met onbeschermde elektriciteitsdraden. Als je met een elektrisch apparaat werkt en er komt vocht in, kun je ook een elektrische schok krijgen. Kijk daarom altijd goed uit wanneer je elektrische apparaten in de buurt van water gebruikt. Ons elektriciteitsnetwerk is beveiligd met zekeringen. Wanneer er kortsluiting of overbelasting ontstaat, springen een of meer zekeringen uit. De stroom wordt zo automatisch uitgezet. Dit gebeurt meestal nog voordat er brand ontstaat.
VEILIG OMGAAN MET SCHOONMAAKMIDDELEN
Op de verpakking van schoonmaakmiddelen staan symbolen. Deze symbolen waarschuwen je voor gevaar. Ze worden niet alleen gebruikt voor schoonmaakmiddelen. Je ziet ze bijvoorbeeld ook op vrachtwagens die gevaarlijke stoffen vervoeren. Deze symbolen zijn internationaal afgesproken. Op veel flessen met schadelijke schoonmaakmiddelen zit een kindveilige sluiting. Om deze sluiting te openen, moet je de dop tegelijkertijd indrukken en draaien. Kleine kinderen kunnen dat nog niet en krijgen de fles niet open. Als iemand toch per ongeluk schoonmaakmiddel inslikt, kun je in de gifwijzer opzoeken wat je moet doen. Het is verstandig een gifwijzer in huis te hebben. De gifwijzer is verkrijgbaar bij de apotheek of via internet. Er bestaat ook een app. |
Veilig met Schoonmaakmiddelen
1. Houd schoonmaakmiddelen buiten bereik van kinderen; bewaar ze in een hoge of afsluitbare kast. 2. Vermijd oogcontact; bij oogcontact direct uitspoelen met water. 3. Was en droog je handen na gebruik. 4. Vermijd direct contact van de huid met het schoonmaakmiddel; gebruik handschoenen. 5. Bewaar het product in de originele verpakking. 6. Meng niet met andere producten; er kunnen gevaarlijke gassen ontstaan. 7. Ventileer de ruimte goed tijdens het gebruik. 8. Raadpleeg de gifwijzer en/of een arts bij inslikken. |
|
|
|
VOORGERECHT
Ongeluk zit in een klein hoekje! 'Dat een ongeluk in een klein hoekje zit, hebben we thuis pas ervaren. Mijn moeder was in de woonkamer aan het strijken, terwijl ik huiswerk maakte aan de keukentafel. Ik snapte een som niet, dus vroeg ik mijn moeder om hulp. Mama kwam naar de keuken en gaf mij uitleg. Ineens ging de rookmelder af in de woonkamer. Wat bleek? De strijkplank stond in brand. We hadden een blusdeken in huis. Dat was genoeg om de brand te blussen. Mijn moeder had het strijkijzer per ongeluk op de blouse laten staan die ze aan het strijken was. Van die blouse was niets meer over.' Gebruik bij deze bovenstaande tekst. 1. Wat was de oorzaak van het ongelukje: onveilig materiaal of onveilig gedrag? Leg uit. 2. Wat had de moeder anders kunnen doen om het ongeluk te voorkomen? 3. Wat had Tamar anders kunnen doen om het ongeluk te voorkomen? Gelukkig hadden ze twee voorwerpen in huis die ervoor zorgden dat de situatie niet uit de hand liep. 4. Welke twee voorwerpen worden hier bedoeld? HOOFDGERECHT 1. Waarom is het belangrijk dat je weet waar de hoofdkraan van het gas zit? 2. Waarom is het zo moeilijk om een gaslek te ontdekken? 3. Welke maatregel is er in Nederland genomen om te zorgen dat een gaslek eerder ontdekt kan worden? Leg uit. 4. Waarom is het gevaarlijk een lucifer aan te steken als je een gaslek heb 5. Wat is kortsluiting? NAGERECHT In de bijlage staan aan waarschuwingssymbolen. Zoek op internet bij elk symbool de juiste betekenis. |