Les 6
WAT IS HUISHOUDEN?
Het huishouden kun je onderverdelen in zeven categorieën:
- koken & boodschappen
- opruimen & schoonmaken
- wassen & strijken
- klussen & tuinieren
- (mantel)zorg
- verzorging van eventuele kinderen en huisdieren
- administratie
- organisatie en planning van het geheel. Samen vormen al deze taken het dagelijks huishouden.
- koken & boodschappen
- opruimen & schoonmaken
- wassen & strijken
- klussen & tuinieren
- (mantel)zorg
- verzorging van eventuele kinderen en huisdieren
- administratie
- organisatie en planning van het geheel. Samen vormen al deze taken het dagelijks huishouden.
Je woont waarschijnlijk samen met meerdere mensen op een adres. Je vormt samen met die mensen een huishouden. Sommige mensen kiezen voor alleen wonen. Mensen die alleen wonen en geen relatie hebben, heten singles. Mensen kunnen ook alleen wonen en toch een relatie hebben. Dat noem je een LAT-relatie (living apart together). De meeste mensen wonen met andere mensen. Er zijn verschillende vormen van samenleven:
- gehuwd samenwonen: een getrouwd stel
- ongehuwd samenwonen: twee mensen die bij elkaar wonen
- gezin: ouders met kind(eren)
- samengesteld gezin: (stief)vader, (stief)moeder met kinderen
- eenoudergezin: vader of moeder met kind(eren)
- woongroep: groep mensen die bij elkaar wonen
- grootfamilie: meerdere generaties uit een familie die bij elkaar wonen. Vroeger waren er voornamelijk gezinnen met een vader, een moeder en kinderen. De vader en moeder waren bijna altijd getrouwd. Meestal verdiende de man het geld. De vrouw verzorgde de kinderen en deed het huishouden. Zo'n gezin heet een traditioneel gezin. Tegenwoordig komt het steeds vaker voor dat ouders niet getrouwd zijn. Ook komt het voor dat een gezin twee moeders of vaders heeft.
MANTELZORG
Soms zorgen volwassenen niet alleen voor hun kinderen maar ook voor hun vader of moeder. Veel ouderen blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Ze hebben dan soms hulp nodig. Wanneer iemand voor langere tijd voor een familielid of vriend zorgt, noem je dat mantelzorg. Mantelzorg is altijd onbetaald. Misschien geven jouw ouders mantelzorg aan je oma of opa of aan een buurvrouw. Of misschien geef je zelf mantelzorg aan iemand bij jou thuis, bijvoorbeeld omdat iemand thuis langdurig ziek is.
TAAKVERDELING VROEGER EN NU
Als je samenleeft, houd je rekening met elkaar. Je verdeelt de taken. In een huishouden is geld nodig om te kunnen leven, bijvoorbeeld om boodschappen te doen. Het geld dat binnenkomt, noem je de inkomsten. Het geld dat uitgegeven wordt, noem je de uitgaven. Om geld binnen te krijgen, moet je betaald werken. Betaald werken heet ook wel buitenshuis werken. Vroeger hadden mannen en vrouwen een vaste rolverdeling. De man werkte buitenshuis om zijn gezin te onderhouden. De vrouw hield het huis schoon, kookte het eten en verzorgde de kinderen. Dit is het traditionele man- vrouwrolpatroon. Zowel man als vrouw voldeed aan het gedrag dat van hen verwacht werd. Dit heet rolgedrag.
Tegenwoordig doen veel vrouwen en mannen niet meer aan dit traditionele rolpatroon. Man en vrouw hebben nu vaak beiden een betaalde baan. Ze doen dan meestal samen het huishouden en verzorgen samen de kinderen. Apparaten maken het huishouden gemakkelijker. Je hoeft hierdoor minder tijd in het huishouden te steken.
EMANCIPATIE
De vaste rolverdeling tussen mannen en vrouwen is inmiddels doorbroken. Dat heet emancipatie. Emancipatie is het doorbreken van gedwongen rolgedrag. Door emancipatie krijgen groepen mensen dezelfde rechten als andere groepen mensen. Vrouwen in Nederland hadden vroeger niet dezelfde rechten als mannen. Ze mochten bijvoorbeeld niet stemmen en studeren. Ook kregen vrouwen voor hetzelfde werk een lager loon dan mannen. Tegenwoordig hebben vrouwen dezelfde rechten als mannen. In 1922 kregen vrouwen stemrecht en in 1975 kwam de Wet op gelijk loon voor mannen en vrouwen. Een belangrijke wet voor emancipatie is de Wet gelijke behandeling. Volgens deze wet zijn alle mensen gelijk en is discriminatie verboden. Een werkgever mag bij sollicitaties en tijdens het werk geen verschil maken tussen mannen en vrouwen, tussen mensen van een verschillend ras of met verschillende godsdiensten. Later is ook de Wet kinderopvang ingevoerd, waardoor beide ouders meer mogelijkheden hebben om te gaan werken. Werkgevers moeten meebetalen aan de kinderopvang. Ouders kunnen van de overheid geld ontvangen voor de kinderopvang, dit is kinderopvangtoeslag.
BETAALD WERKEN
Door emancipatie kregen vrouwen dezelfde rechten als mannen, maar ook dezelfde plichten. Vrouwen hoefden vroeger geen betaald werk te zoeken, mannen wel. Sinds 1990 moeten mannen én vrouwen economisch zelfstandig zijn. Dat betekent dat mannen en vrouwen betaald werk moeten zoeken. Eén van beiden stopt soms met betaald werk als de ander genoeg verdient voor allebei. Hij of zij is dan wel afhankelijk van de partner en heeft geen recht op een uitkering. Een alleenstaande ouder met een kind jonger dan 5 jaar hoeft geen werk te zoeken. Deze ouder is wel verplicht een opleiding te volgen om later een grotere kans te hebben op betaald werk.
- gehuwd samenwonen: een getrouwd stel
- ongehuwd samenwonen: twee mensen die bij elkaar wonen
- gezin: ouders met kind(eren)
- samengesteld gezin: (stief)vader, (stief)moeder met kinderen
- eenoudergezin: vader of moeder met kind(eren)
- woongroep: groep mensen die bij elkaar wonen
- grootfamilie: meerdere generaties uit een familie die bij elkaar wonen. Vroeger waren er voornamelijk gezinnen met een vader, een moeder en kinderen. De vader en moeder waren bijna altijd getrouwd. Meestal verdiende de man het geld. De vrouw verzorgde de kinderen en deed het huishouden. Zo'n gezin heet een traditioneel gezin. Tegenwoordig komt het steeds vaker voor dat ouders niet getrouwd zijn. Ook komt het voor dat een gezin twee moeders of vaders heeft.
MANTELZORG
Soms zorgen volwassenen niet alleen voor hun kinderen maar ook voor hun vader of moeder. Veel ouderen blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Ze hebben dan soms hulp nodig. Wanneer iemand voor langere tijd voor een familielid of vriend zorgt, noem je dat mantelzorg. Mantelzorg is altijd onbetaald. Misschien geven jouw ouders mantelzorg aan je oma of opa of aan een buurvrouw. Of misschien geef je zelf mantelzorg aan iemand bij jou thuis, bijvoorbeeld omdat iemand thuis langdurig ziek is.
TAAKVERDELING VROEGER EN NU
Als je samenleeft, houd je rekening met elkaar. Je verdeelt de taken. In een huishouden is geld nodig om te kunnen leven, bijvoorbeeld om boodschappen te doen. Het geld dat binnenkomt, noem je de inkomsten. Het geld dat uitgegeven wordt, noem je de uitgaven. Om geld binnen te krijgen, moet je betaald werken. Betaald werken heet ook wel buitenshuis werken. Vroeger hadden mannen en vrouwen een vaste rolverdeling. De man werkte buitenshuis om zijn gezin te onderhouden. De vrouw hield het huis schoon, kookte het eten en verzorgde de kinderen. Dit is het traditionele man- vrouwrolpatroon. Zowel man als vrouw voldeed aan het gedrag dat van hen verwacht werd. Dit heet rolgedrag.
Tegenwoordig doen veel vrouwen en mannen niet meer aan dit traditionele rolpatroon. Man en vrouw hebben nu vaak beiden een betaalde baan. Ze doen dan meestal samen het huishouden en verzorgen samen de kinderen. Apparaten maken het huishouden gemakkelijker. Je hoeft hierdoor minder tijd in het huishouden te steken.
EMANCIPATIE
De vaste rolverdeling tussen mannen en vrouwen is inmiddels doorbroken. Dat heet emancipatie. Emancipatie is het doorbreken van gedwongen rolgedrag. Door emancipatie krijgen groepen mensen dezelfde rechten als andere groepen mensen. Vrouwen in Nederland hadden vroeger niet dezelfde rechten als mannen. Ze mochten bijvoorbeeld niet stemmen en studeren. Ook kregen vrouwen voor hetzelfde werk een lager loon dan mannen. Tegenwoordig hebben vrouwen dezelfde rechten als mannen. In 1922 kregen vrouwen stemrecht en in 1975 kwam de Wet op gelijk loon voor mannen en vrouwen. Een belangrijke wet voor emancipatie is de Wet gelijke behandeling. Volgens deze wet zijn alle mensen gelijk en is discriminatie verboden. Een werkgever mag bij sollicitaties en tijdens het werk geen verschil maken tussen mannen en vrouwen, tussen mensen van een verschillend ras of met verschillende godsdiensten. Later is ook de Wet kinderopvang ingevoerd, waardoor beide ouders meer mogelijkheden hebben om te gaan werken. Werkgevers moeten meebetalen aan de kinderopvang. Ouders kunnen van de overheid geld ontvangen voor de kinderopvang, dit is kinderopvangtoeslag.
BETAALD WERKEN
Door emancipatie kregen vrouwen dezelfde rechten als mannen, maar ook dezelfde plichten. Vrouwen hoefden vroeger geen betaald werk te zoeken, mannen wel. Sinds 1990 moeten mannen én vrouwen economisch zelfstandig zijn. Dat betekent dat mannen en vrouwen betaald werk moeten zoeken. Eén van beiden stopt soms met betaald werk als de ander genoeg verdient voor allebei. Hij of zij is dan wel afhankelijk van de partner en heeft geen recht op een uitkering. Een alleenstaande ouder met een kind jonger dan 5 jaar hoeft geen werk te zoeken. Deze ouder is wel verplicht een opleiding te volgen om later een grotere kans te hebben op betaald werk.
In een huishouden worden allerlei uitgaven gedaan. Soms zijn die uitgaven voor het hele gezin, soms voor ieder afzonderlijk. De uitgaven samen noem je de gezinsuitgaven. Huishoudelijke uitgaven zijn uitgaven die vaak worden gedaan, bijvoorbeeld voor voedingsmiddelen en wasmiddelen. Persoonlijke uitgaven zijn de uitgaven die ieder voor zichzelf doet. Voorbeelden zijn: uitgaven voor de kapper, een ijsje of een bioscoopkaartje. Persoonlijke uitgaven doe je vaak zelf, maar worden soms ook betaald door je ouders. Dat hangt af van de afspraken die jullie thuis hebben over zakgeld en kleedgeld. Kleding is een persoonlijke uitgave. Hoe vaak je nieuwe kleding koopt, is per persoon verschillend en is afhankelijk van het inkomen van jezelf en je ouders.
KLEDING KOPEN
Iets duurs kopen is vaak een beetje eng. Je vraagt je af: betaal ik niet te veel? Loop ik er niet mee voor gek? Stel, je gaat een nieuwe spijkerbroek kopen. Je kunt verschillende redenen hebben om een bepaalde broek te kopen.
Je kunt bijvoorbeeld letten op de prijs of het materiaal. Sommige mensen vinden het merk belangrijk. Of ze willen een kledingstuk dat in de mode is. Misschien vind jij het belangrijk om een broek te kopen die milieuvriendelijk is gemaakt. Of wil je dat de broek lekker zit en leuk staat. Ook het onderhoud kan een reden zijn om een kledingstuk wel of niet te kopen. Waarvoor je de spijkerbroek wilt gebruiken, is natuurlijk ook belangrijk. Het dragen van kleding (en schoenen) heeft verschillende functies:
- Bescherming en veiligheid: je kleding beschermt je bijvoorbeeld tegen kou, warmte, zonnestraling of regen. Ook kan kleding je beschermen tegen onveilige situaties.
- Steun: sommige kleding zorgt voor ondersteuning van lichaamsdelen. Denk maar aan een BH of aan schoenen.
- Hygiëne: bij sommige beroepen is hygiëne belangrijk. Koks en artsen dragen daarom speciale kleding.
- Herkenning: bij sommige beroepen is een uniform verplicht. Ook tijdens een sportwedstrijd is het handig dat je de tegenstander kunt herkennen.
- Uiterlijk: kleding kan je mooier maken.
- Kledinguiting: je laat zien dat je bij een groep hoort of dat je een bepaalde godsdienst hebt.
PRODUCTINFORMATIE
Op internet kun je veel informatie vinden over allerlei producten. Er zijn websites 'voor-en-door-consumenten', waarop consumenten hun mening delen. Consumenten zijn de kopers van producten. Een voorbeeld van zo'n website is kieskeurig.nl of vergelijk.nl. Consumenten kunnen op die sites een oordeel geven over een product en er punten aan toekennen. Let altijd op hoeveel mensen er gereageerd hebben. Als één persoon een product aanprijst, wil dat nog niet zeggen dat het een geweldig product is. Wanneer honderd mensen een product aanprijzen, heb je wat meer zekerheid.
Je kunt ook informatie verkrijgen bij consumentenorganisaties. Deze organisaties zijn er voor consumenten. De bekendste consumentenorganisatie in Nederland is de Consumentenbond. Deze bond komt op voor de belangen van consumenten. De Consumentenbond geeft informatie over allerlei producten. Hij onderzoekt de eigenschappen van een bepaald product, bijvoorbeeld telefoons of tab Iets. De Consumentenbond vertelt je ook welke producten je het best kunt kopen als je rekening wilt houden met het milieu. En de Consumentenbond waarschuwt je tegen misleidende reclame.
VERGELIJKEND WARENONDERZOEK
De Consumentenbond vergelijkt verschillende merken en modellen met elkaar. Zo'n onderzoek heet een vergelijkend warenonderzoek (VWO). Het verslag van het onderzoek komt in de Consumentengids, op de website en op de app. In het verslag staan de voordelen en de nadelen van elk onderzocht product. Om alle testgegevens van de Consumentenbond in te zien, moet je lid zijn van deze bond. In een vergelijkend warenonderzoek worden producten van dezelfde soort van verschillende bedrijven met elkaar vergeleken op prijs en kwaliteit. In de bijlage (opdracht 19) zie je een vergelijkend warenonderzoek van smartphones. Bij 'testoordeel' staat het eindresultaat van het onderzoek. Het testoordeel wordt weergegeven in een cijfer tussen de 1 en 10. In de bijlage zie je dat Samsung Galaxy het hoogste testoordeel heeft. Producten met de hoogste scores worden aangegeven met 'het beste uit de test'. Hierbij wordt niet gekeken naar de prijs van het product. Als een product een (redelijk) hoog testoordeel heeft en een redelijke tot lage prijs, wordt het aangegeven met 'beste koop'.
RECHTEN & PLICHTEN VAN EEN CONSUMENT
Stel, je gaat een smartphone kopen. Wanneer je het met de verkoper eens bent over de aankoop, is er een koopovereenkomst. De kassabon (of factuur) is het bewijs van de koopovereenkomst. Ook als je een bestelling doet, heb je een koopovereenkomst. De bestelbon is dan het bewijs. Als je spijt krijgt van een aankoop, kun je het product meestal ruilen. Je krijgt dan je geld terug of je krijgt een tegoedbon voor het bedrag dat je hebt uitgegeven. Op de bon staat meestal binnen hoeveel dagen je kunt ruilen: de ruiltermijn. De telefoon moet er dan nog wel als nieuw uitzien. Het mag geen gebruikssporen hebben. Ruilen omdat je spijt hebt van je aankoop, is geen recht maar een service. Als het niet op de bon staat, is de verkoper niet verplicht te ruilen. Wanneer je de telefoon online, dus via internet, of telefonisch aankoopt, heb je wel het recht om het product te ruilen of terug te sturen. Je hebt hiervoor twee weken de tijd nadat je het product hebt binnengekregen. De webwinkel is verplicht om het aankoopbedrag binnen dertig dagen terug te storten.
GARANTIE
Na het afsluiten van een koopovereenkomst, heb je recht op een deugdelijk product. Dat betekent dat het product moet voldoen aan de eisen die er normaal aan gesteld kunnen worden. Als het scherm van je telefoon na een week steeds uitvalt, is de telefoon geen deugdelijk product. Je kunt ermee teruggaan naar de winkel. De winkelier moet dan de telefoon repareren. Als dat niet lukt, moet hij een andere telefoon leveren: hetzelfde model en dezelfde kleur. Als er geen andere is, moet hij het geld teruggeven. Op veel producten zit garantie. Je krijgt dan een garantiebewijs. Soms geldt de bon als garantiebewijs . Als er in de garantieperiode iets kapotgaat, moet dat gratis worden gerepareerd. In het garantiebewijs staat ook waarvoor de garantie geldt en wanneer de garantie vervalt. Als je bijvoorbeeld gaat duiken met een telefoon die niet waterdicht is, ben je het recht op garantie kwijt. Als je een klacht hebt over een product, moet je het eerst proberen op te lossen met de verkoper. Als dat niet lukt, kun je hulp vragen, bijvoorbeeld bij de Consumentenbond of bij het keurmerk van de betreffende webwinkel.
KLEDING KOPEN
Iets duurs kopen is vaak een beetje eng. Je vraagt je af: betaal ik niet te veel? Loop ik er niet mee voor gek? Stel, je gaat een nieuwe spijkerbroek kopen. Je kunt verschillende redenen hebben om een bepaalde broek te kopen.
Je kunt bijvoorbeeld letten op de prijs of het materiaal. Sommige mensen vinden het merk belangrijk. Of ze willen een kledingstuk dat in de mode is. Misschien vind jij het belangrijk om een broek te kopen die milieuvriendelijk is gemaakt. Of wil je dat de broek lekker zit en leuk staat. Ook het onderhoud kan een reden zijn om een kledingstuk wel of niet te kopen. Waarvoor je de spijkerbroek wilt gebruiken, is natuurlijk ook belangrijk. Het dragen van kleding (en schoenen) heeft verschillende functies:
- Bescherming en veiligheid: je kleding beschermt je bijvoorbeeld tegen kou, warmte, zonnestraling of regen. Ook kan kleding je beschermen tegen onveilige situaties.
- Steun: sommige kleding zorgt voor ondersteuning van lichaamsdelen. Denk maar aan een BH of aan schoenen.
- Hygiëne: bij sommige beroepen is hygiëne belangrijk. Koks en artsen dragen daarom speciale kleding.
- Herkenning: bij sommige beroepen is een uniform verplicht. Ook tijdens een sportwedstrijd is het handig dat je de tegenstander kunt herkennen.
- Uiterlijk: kleding kan je mooier maken.
- Kledinguiting: je laat zien dat je bij een groep hoort of dat je een bepaalde godsdienst hebt.
PRODUCTINFORMATIE
Op internet kun je veel informatie vinden over allerlei producten. Er zijn websites 'voor-en-door-consumenten', waarop consumenten hun mening delen. Consumenten zijn de kopers van producten. Een voorbeeld van zo'n website is kieskeurig.nl of vergelijk.nl. Consumenten kunnen op die sites een oordeel geven over een product en er punten aan toekennen. Let altijd op hoeveel mensen er gereageerd hebben. Als één persoon een product aanprijst, wil dat nog niet zeggen dat het een geweldig product is. Wanneer honderd mensen een product aanprijzen, heb je wat meer zekerheid.
Je kunt ook informatie verkrijgen bij consumentenorganisaties. Deze organisaties zijn er voor consumenten. De bekendste consumentenorganisatie in Nederland is de Consumentenbond. Deze bond komt op voor de belangen van consumenten. De Consumentenbond geeft informatie over allerlei producten. Hij onderzoekt de eigenschappen van een bepaald product, bijvoorbeeld telefoons of tab Iets. De Consumentenbond vertelt je ook welke producten je het best kunt kopen als je rekening wilt houden met het milieu. En de Consumentenbond waarschuwt je tegen misleidende reclame.
VERGELIJKEND WARENONDERZOEK
De Consumentenbond vergelijkt verschillende merken en modellen met elkaar. Zo'n onderzoek heet een vergelijkend warenonderzoek (VWO). Het verslag van het onderzoek komt in de Consumentengids, op de website en op de app. In het verslag staan de voordelen en de nadelen van elk onderzocht product. Om alle testgegevens van de Consumentenbond in te zien, moet je lid zijn van deze bond. In een vergelijkend warenonderzoek worden producten van dezelfde soort van verschillende bedrijven met elkaar vergeleken op prijs en kwaliteit. In de bijlage (opdracht 19) zie je een vergelijkend warenonderzoek van smartphones. Bij 'testoordeel' staat het eindresultaat van het onderzoek. Het testoordeel wordt weergegeven in een cijfer tussen de 1 en 10. In de bijlage zie je dat Samsung Galaxy het hoogste testoordeel heeft. Producten met de hoogste scores worden aangegeven met 'het beste uit de test'. Hierbij wordt niet gekeken naar de prijs van het product. Als een product een (redelijk) hoog testoordeel heeft en een redelijke tot lage prijs, wordt het aangegeven met 'beste koop'.
RECHTEN & PLICHTEN VAN EEN CONSUMENT
Stel, je gaat een smartphone kopen. Wanneer je het met de verkoper eens bent over de aankoop, is er een koopovereenkomst. De kassabon (of factuur) is het bewijs van de koopovereenkomst. Ook als je een bestelling doet, heb je een koopovereenkomst. De bestelbon is dan het bewijs. Als je spijt krijgt van een aankoop, kun je het product meestal ruilen. Je krijgt dan je geld terug of je krijgt een tegoedbon voor het bedrag dat je hebt uitgegeven. Op de bon staat meestal binnen hoeveel dagen je kunt ruilen: de ruiltermijn. De telefoon moet er dan nog wel als nieuw uitzien. Het mag geen gebruikssporen hebben. Ruilen omdat je spijt hebt van je aankoop, is geen recht maar een service. Als het niet op de bon staat, is de verkoper niet verplicht te ruilen. Wanneer je de telefoon online, dus via internet, of telefonisch aankoopt, heb je wel het recht om het product te ruilen of terug te sturen. Je hebt hiervoor twee weken de tijd nadat je het product hebt binnengekregen. De webwinkel is verplicht om het aankoopbedrag binnen dertig dagen terug te storten.
GARANTIE
Na het afsluiten van een koopovereenkomst, heb je recht op een deugdelijk product. Dat betekent dat het product moet voldoen aan de eisen die er normaal aan gesteld kunnen worden. Als het scherm van je telefoon na een week steeds uitvalt, is de telefoon geen deugdelijk product. Je kunt ermee teruggaan naar de winkel. De winkelier moet dan de telefoon repareren. Als dat niet lukt, moet hij een andere telefoon leveren: hetzelfde model en dezelfde kleur. Als er geen andere is, moet hij het geld teruggeven. Op veel producten zit garantie. Je krijgt dan een garantiebewijs. Soms geldt de bon als garantiebewijs . Als er in de garantieperiode iets kapotgaat, moet dat gratis worden gerepareerd. In het garantiebewijs staat ook waarvoor de garantie geldt en wanneer de garantie vervalt. Als je bijvoorbeeld gaat duiken met een telefoon die niet waterdicht is, ben je het recht op garantie kwijt. Als je een klacht hebt over een product, moet je het eerst proberen op te lossen met de verkoper. Als dat niet lukt, kun je hulp vragen, bijvoorbeeld bij de Consumentenbond of bij het keurmerk van de betreffende webwinkel.
|
|
|
|
VOORGERECHT
1. Wat is een huishouden? 2. Wat is 'het huishouden doen'? 3. Hoe noem je het, als je voor langere tijd voor een familielid of vriend moet zorgen? 4. Geef aan in welke vorm jij samenleeft. 5. Noem drie moderne apparaten die we nu meestal wel in huis hebben en de mensen vroeger niet. 6. Noem drie voordelen van moderne apparatuur in het huishouden. 7. Er is vaker een vaatwasser als er kinderen zijn dan als er geen kinderen zijn. Waardoor zou dit zo zijn? 8. Voor welke huishoudelijke taak zou jij graag willen dat ze nog een handig apparaat uitvinden? Leg uit. HOOFDGERECHT Maak alle invulopdrachten in je LWM. NAGERECHT 1. Wat is een consument? 2. Waarop moet je letten als je op websites zoekt naar meningen van anderen over een product? De Consumentenbond komt op voor de belangen van consumenten. 3. Noem vijf manieren waarop de Consumentenbond dit doet. Zie bijlage voor het vergelijkend warenonderzoek (VWO) van smartphones. 4. Hoeveel telefoons zijn er het best getest? 5. Welke van de best geteste telefoons zou je ook beste koop kunnen noemen? Leg uit. De top-smarthphones hebben een veel hogere score dan de basistelefoons. Dat is te verklaren door naar de geteste punten te kijken. 6. Verklaar deze lage scores. 7. Welke telefoon zou je kiezen als je een zo goedkoop mogelijke telefoon wilt, maar je vindt internet erg belangrijk en je wilt een minimale score van 7,5? |