Les 17
COMMUNICATIE
We zijn alweer bij de laatste les binnen het thema sociaal welzijn aangekomen. Ondertussen weet je wat het betekent om sociaal vaardig te zijn en waarom dit belangrijk is voor het sociale welzijns gevoel. Sociale vaardigheden zijn vaardigheden die nodig zijn bij contacten met andere mensen. Voorbeelden van sociale vaardigheden zijn; luisteren, een gesprek op gang houden, iemand een compliment geven, jouw mening geven, iets weigeren, voor jouw belangen opkomen en reageren op kritiek. Dit heeft allemaal te maken met communicatie. Om elkaar te kunnen begrijpen is helder kunnen communiceren erg belangrijk.
Communicatie is iedere vorm van informatie-uitwisseling tussen mensen (of dieren). Meestal geven mensen informatie aan elkaar door met woorden. Dat heet verbale communicatie. Geschreven informatie, bijvoorbeeld een Whatsapp- of e-mail bericht is ook verbale communicatie. Mensen communiceren ook zonder woorden, bijvoorbeeld met je gezicht, gebaren en je lichaamshouding. Dit heet non-verbale communicatie of lichaamstaal. Wanneer communicatie niet goed overkomt, noem je dat een communicatiestoornis.
Een communicatiestoornis ontstaat bijvoorbeeld doordat je niet goed naar elkaar luistert of doordat iemand iets onduidelijke zegt. Als iemand een andere taal spreekt dan jij of er is sprake van een cultuurverschil spreek je ook van een communicatiestoornis. Lichaamstaal gaat vaak vanzelf, maar als iemand een gebaar of gezichtsuitdrukking anders opvat dan de bedoeling is kan het ook mis gaan in de communicatie en komt jij of de ander ook niet duidelijk genoeg over.
Bij communicatie spelen ook verwachtingen een rol. Als iemand je vraagt om even opzij te gaan, maakt het waarschijnlijk veel verschil of je een negatief of positief beeld hebt van die persoon. Bij een negatief beeld van iemand reageer je misschien geïrriteerd en bij een positief beeld van iemand stap je met een glimlach opzij. Dit voorbeeld geeft aan dat er bij communicatie soms sprake is van een vooroordeel. Een vooroordeel is een mening die niet op feiten is gebaseerd.
Communicatie is iedere vorm van informatie-uitwisseling tussen mensen (of dieren). Meestal geven mensen informatie aan elkaar door met woorden. Dat heet verbale communicatie. Geschreven informatie, bijvoorbeeld een Whatsapp- of e-mail bericht is ook verbale communicatie. Mensen communiceren ook zonder woorden, bijvoorbeeld met je gezicht, gebaren en je lichaamshouding. Dit heet non-verbale communicatie of lichaamstaal. Wanneer communicatie niet goed overkomt, noem je dat een communicatiestoornis.
Een communicatiestoornis ontstaat bijvoorbeeld doordat je niet goed naar elkaar luistert of doordat iemand iets onduidelijke zegt. Als iemand een andere taal spreekt dan jij of er is sprake van een cultuurverschil spreek je ook van een communicatiestoornis. Lichaamstaal gaat vaak vanzelf, maar als iemand een gebaar of gezichtsuitdrukking anders opvat dan de bedoeling is kan het ook mis gaan in de communicatie en komt jij of de ander ook niet duidelijk genoeg over.
Bij communicatie spelen ook verwachtingen een rol. Als iemand je vraagt om even opzij te gaan, maakt het waarschijnlijk veel verschil of je een negatief of positief beeld hebt van die persoon. Bij een negatief beeld van iemand reageer je misschien geïrriteerd en bij een positief beeld van iemand stap je met een glimlach opzij. Dit voorbeeld geeft aan dat er bij communicatie soms sprake is van een vooroordeel. Een vooroordeel is een mening die niet op feiten is gebaseerd.
|
|
VOORGERECHT
Schrijf de volgende antwoorden op de 8 vragen in je LWM. 1. Noem twee vormen van verbale communicatie. 2. Noem twee voorbeelden van geschreven verbale communicatie. 3. Noem twee vormen van non-verbale communicatie. 4. Noem vier mogelijke oorzaken van miscommunicatie. 5. Noem vier manieren om de kans op een communicatiestoornis te verkleinen. 6. Vooroordelen zijn meestal niet juist. Leg uit hoe dit komt. 7. Noem twee vooroordelen die jij vaak tegenkomt of hoort/hebt. 8. Bekijk het filmpje The art of communication (hierboven) en leg uit wat de boodschap is. HOOFDGERECHT Maak de werkbladen in je LWM. NAGERECHT Bekijk de 7 dia's hiernaast en schrijf in eigen woorden op wat het plaatje met communicatie te maken heeft ? Hint: zie ook de begrippen uit de tekst. TUSSENGERECHT Stel elkaar om de beurt 1 vraag uit de LWM. De spreker probeert zo helder mogelijk te antwoorden. De luisteraar oefent in luisteren en houd zijn/haar mond. |
|