Les 19
ZELFBEELD
Een zelfbeeld is hoe jij jezelf ziet, maar dat betekent niet dat je ook echt zo bent. Het zelfbeeld is namelijk een verzameling van overtuigingen, gedachten en oordelen die je over jezelf hebt. Eigenlijk een optelsom van alles wat je hebt meegemaakt en verzameld over jezelf. We vragen ons allemaal af hoe anderen over ons denken. Vindt mijn docent me slim? Vinden mijn vrienden me grappig? Hoe jij denkt dat anderen over jou denken, heeft invloed op hoe jij uiteindelijk over jezelf denkt. Je neemt de meningen van anderen dus over in je eigen zelfbeeld! Dat gebeurt niet meteen na één opmerking, maar pas als je vaker dezelfde opmerkingen hebt gehoord.
Nadenken over jezelf kun je doen over je innerlijk, bijvoorbeeld ben ik slim? Werk ik nauwkeurig of slordig? Je kan ook nadenken over je uiterlijk, vind ik dat ik een goed figuur heb? Draag ik mooie kleren? En nadenken over of sociaal bent, ben ik grappig, behulpzaam? Geef ik veel om anderen? De een vindt sociale eigenschappen belangrijker dan uiterlijke. Hoe je over jezelf denkt en wat je belangrijk vindt, heeft invloed op de keuzes die je maakt. Het kan zijn dat iemand op het ene gebied erg onzeker is, terwijl hij/zij op een ander gebied zelfverzekerd is. Dit kan door positieve of negatieve ervaringen en ontdekking over jezelf ook weer veranderen.
Vergelijken
Jonge kinderen zijn vaak erg positief over zichzelf. Dit komt doordat jonge kinderen vergelijken wat ze nu kunnen met wat ze vroeger konden, en meestal zijn ze er beter in geworden. Middelbare scholieren vergelijken wat ze kunnen en doen met wat anderen kunnen en doen. Ze maken een sociale vergelijking. De omgeving wordt steeds belangrijker voor het eigen zelfbeeld. Zelfs zo belangrijk, dat jongeren rond 15-16 jaar het idee kunnen hebben dat ze constant worden bekeken en worden beoordeeld door anderen. Jongeren hebben een sterke focus op wat anderen – vooral leeftijdsgenoten – over hen denken, en de meningen van anderen zijn niet altijd zo positief. Dat zorgt ervoor dat het zelfbeeld van jongeren vaak iets negatiever is dan dat van kinderen. Maar het zelfbeeld wordt daardoor ook echter. Het kan gebeuren dat iemands ideale zelfbeeld niet precies overeenkomt met zijn of haar echte zelfbeeld. Dat herken je misschien wel: ideaal gezien wil je bijvoorbeeld goed zijn in sport, maar in het echt valt het je tegen. Een verschil tussen het echte en ideale zelfbeeld kan ervoor zorgen dat je je even wat minder goed voelt over jezelf. Het is belangrijk om hierover na te denken, en jezelf ook te accepteren als je ergens niet zó goed in bent als je zou willen.
Lichaamsbeeld
Iedereen is wel eens ontevreden over zijn uiterlijk of een bepaald lichaamsdeel en kan zich daardoor onzeker voelen. Maar zodra deze onvrede omslaat in een obsessie en jouw dagelijks leven eronder begint te lijden spreken we van een obsessie en/of stoornis.
Body dismorphic disorder (BDD) is zo'n stoornis. Het houdt in dat je dwangmatig bezig bent met jouw uiterlijk, omdat je een bepaald deel van je lichaam lelijk, abnormaal, onaantrekkelijk of misvormd vindt. Je vindt bijvoorbeeld je neus misvormd, je huid niet glad genoeg of de haren op je armen niet om aan te zien. Maar vaak zien anderen deze zogenaamde ‘misvormingen’ of onvolkomenheden niet eens of storen ze zich er niet aan. BDD zorgt er echter voor dat je een groot deel van de dag last hebt van negatieve gedachten over jouw eigen uiterlijk.
Nadenken over jezelf kun je doen over je innerlijk, bijvoorbeeld ben ik slim? Werk ik nauwkeurig of slordig? Je kan ook nadenken over je uiterlijk, vind ik dat ik een goed figuur heb? Draag ik mooie kleren? En nadenken over of sociaal bent, ben ik grappig, behulpzaam? Geef ik veel om anderen? De een vindt sociale eigenschappen belangrijker dan uiterlijke. Hoe je over jezelf denkt en wat je belangrijk vindt, heeft invloed op de keuzes die je maakt. Het kan zijn dat iemand op het ene gebied erg onzeker is, terwijl hij/zij op een ander gebied zelfverzekerd is. Dit kan door positieve of negatieve ervaringen en ontdekking over jezelf ook weer veranderen.
Vergelijken
Jonge kinderen zijn vaak erg positief over zichzelf. Dit komt doordat jonge kinderen vergelijken wat ze nu kunnen met wat ze vroeger konden, en meestal zijn ze er beter in geworden. Middelbare scholieren vergelijken wat ze kunnen en doen met wat anderen kunnen en doen. Ze maken een sociale vergelijking. De omgeving wordt steeds belangrijker voor het eigen zelfbeeld. Zelfs zo belangrijk, dat jongeren rond 15-16 jaar het idee kunnen hebben dat ze constant worden bekeken en worden beoordeeld door anderen. Jongeren hebben een sterke focus op wat anderen – vooral leeftijdsgenoten – over hen denken, en de meningen van anderen zijn niet altijd zo positief. Dat zorgt ervoor dat het zelfbeeld van jongeren vaak iets negatiever is dan dat van kinderen. Maar het zelfbeeld wordt daardoor ook echter. Het kan gebeuren dat iemands ideale zelfbeeld niet precies overeenkomt met zijn of haar echte zelfbeeld. Dat herken je misschien wel: ideaal gezien wil je bijvoorbeeld goed zijn in sport, maar in het echt valt het je tegen. Een verschil tussen het echte en ideale zelfbeeld kan ervoor zorgen dat je je even wat minder goed voelt over jezelf. Het is belangrijk om hierover na te denken, en jezelf ook te accepteren als je ergens niet zó goed in bent als je zou willen.
Lichaamsbeeld
Iedereen is wel eens ontevreden over zijn uiterlijk of een bepaald lichaamsdeel en kan zich daardoor onzeker voelen. Maar zodra deze onvrede omslaat in een obsessie en jouw dagelijks leven eronder begint te lijden spreken we van een obsessie en/of stoornis.
Body dismorphic disorder (BDD) is zo'n stoornis. Het houdt in dat je dwangmatig bezig bent met jouw uiterlijk, omdat je een bepaald deel van je lichaam lelijk, abnormaal, onaantrekkelijk of misvormd vindt. Je vindt bijvoorbeeld je neus misvormd, je huid niet glad genoeg of de haren op je armen niet om aan te zien. Maar vaak zien anderen deze zogenaamde ‘misvormingen’ of onvolkomenheden niet eens of storen ze zich er niet aan. BDD zorgt er echter voor dat je een groot deel van de dag last hebt van negatieve gedachten over jouw eigen uiterlijk.
|
|
|
VOORGERECHT
Schrijf de volgende antwoorden op de vragen in je LWM. 1. Hoe denk jij dat anderen jou zien en ervaren? 2. Met wat voor een soort mensen vergelijk jij jezelf en waarom? Hoe jij denkt dat anderen over jou denken, heeft invloed op hoe jij uiteindelijk over jezelf denkt. 3. Probeer de zin hierboven in eigen woorden uit te leggen. 4. Wanneer is je zelfbeeld negatief en wanneer positief? 5. Wat vind jij minder mooi aan je uiterlijk en/of deel van je lichaam? HOOFDGERECHT Maak in je LWM en collage van je eigen zelfbeeld. Welke foto’s, kleuren en woorden vind je bij jou passen. NAGERECHT Sommige mensen zetten een (denkbeeldig) masker op, zodat zij op dat moment niet hun werkelijke ik (gevoel) te hoeven laten zien, hun kwetsbaarheid. Maak je eigen masker, eentje die je graag (of zelf vaak) opzet! TUSSENGERECHT Klik op de groene afbeelding hiernaast en kijk naar het TikTok filmpje van Lizzy Velasquez. Schrijf daarna in het kort op welke boodschap Lizzy heeft en waaruit blijkt dat zij zich door niets en niemand laat weerhouden om te bereiken wat ze wil? Wat vind jij hiervan? Wat doet het met je? |