Les 23
VERSLAVING
Een ander woord voor verslaving is ‘afhankelijkheid’, wanneer je niet meer zonder kan. Afhankelijkheid kun je opdelen in mentale en lichamelijke afhankelijkheid.
- Mentaal afhankelijk ben je als je steeds sterker verlangt naar een middel en je eigenlijk niet meer prettig voelt zonder. Je gebruikt daarom het middel wekelijks of dagelijks. Het wordt erger als die persoon het gebruikt vooral om zijn problemen te vergeten of niet wil voelen. Mentaal afhankelijkheid kan bij bijna alle middelen optreden.
- Lichamelijke afhankelijk verslavingen maken je fysiek ziek, zodra je met het middel stopt, bijvoorbeeld, trillen, zweten, overgeven, slecht slapen etc. Dit noem je ontwenningsverschijnselen. Bij alcohol, heroïne, methadon en GHB kunnen deze heel heftig zijn.
Je kunt verslaafd raken aan genotmiddelen, dat zijn verdovende, stimulerende of bewustzijnsveranderende middelen. Je kunt ook een gedragsverslaving ontwikkelen, bijvoorbeeld aan internetten, netflixen, gamen, gokken, smartphone of seks. Beide hebben invloed op de ‘beloningsstof’ dopamine die ervoor zorgt dat we ons tevreden en beloond voelen. Het is niet helemaal te voorspellen of iemand een verslaving krijgt, maar de kans is wel groter: wanneer je ouders verslaafd zijn, je karakter (beïnvloedbaar bent) opgroeit in een kansarme, ongezonde en onveilige sociale omgeving.
Pubertijd
Pubers zijn volop in ontwikkeling, door te leren op school, maar ook door ‘leren door doen’. Dat is wat pubers juist zo veel mogelijk moeten doen, uitproberen, zo leer je creatief worden in het oplossen van problemen en jezelf te corrigeren. Maar als het gaat om genotmiddelen en gedragsverslaving is het niet altijd slim om uit te proberen, want het heeft nogal wat risico's. Onder invloed van groepsdruk/ FOMO (Fear of Missing Out) ergens bij willen horen en bang om buitengesloten te raken doen pubers dus soms dingen die ze beter niet kunnen doen. Verslaving onder jongeren laat de laatste jaren weer een stijging zien. Tegenwoordig worden er steeds vaker designer- en/of harddrugs gebruikt en dat is natuurlijk zorgelijk. De meeste verslaving bij jongeren begint rond hun 15e. Het begint altijd allemaal onschuldig. Veelal met één drankje of één blowtje. Op die leeftijd kunnen zij de noodzaak niet inzien om te minderen of te stoppen. De korte termijn voordelen zijn simpelweg te groot, zoals contact met vrienden, lol maken, even chillen, weg uit de wereld die veel van ze vraagt of even ontsnappen aan de realiteit. Op lang termijn zullen de voordelen steeds minder fijn zijn. Je krijgt problemen op sociaal, mentaal en fysiek gebied en het wordt steeds moeilijker om er mee te stoppen.
- Mentaal afhankelijk ben je als je steeds sterker verlangt naar een middel en je eigenlijk niet meer prettig voelt zonder. Je gebruikt daarom het middel wekelijks of dagelijks. Het wordt erger als die persoon het gebruikt vooral om zijn problemen te vergeten of niet wil voelen. Mentaal afhankelijkheid kan bij bijna alle middelen optreden.
- Lichamelijke afhankelijk verslavingen maken je fysiek ziek, zodra je met het middel stopt, bijvoorbeeld, trillen, zweten, overgeven, slecht slapen etc. Dit noem je ontwenningsverschijnselen. Bij alcohol, heroïne, methadon en GHB kunnen deze heel heftig zijn.
Je kunt verslaafd raken aan genotmiddelen, dat zijn verdovende, stimulerende of bewustzijnsveranderende middelen. Je kunt ook een gedragsverslaving ontwikkelen, bijvoorbeeld aan internetten, netflixen, gamen, gokken, smartphone of seks. Beide hebben invloed op de ‘beloningsstof’ dopamine die ervoor zorgt dat we ons tevreden en beloond voelen. Het is niet helemaal te voorspellen of iemand een verslaving krijgt, maar de kans is wel groter: wanneer je ouders verslaafd zijn, je karakter (beïnvloedbaar bent) opgroeit in een kansarme, ongezonde en onveilige sociale omgeving.
Pubertijd
Pubers zijn volop in ontwikkeling, door te leren op school, maar ook door ‘leren door doen’. Dat is wat pubers juist zo veel mogelijk moeten doen, uitproberen, zo leer je creatief worden in het oplossen van problemen en jezelf te corrigeren. Maar als het gaat om genotmiddelen en gedragsverslaving is het niet altijd slim om uit te proberen, want het heeft nogal wat risico's. Onder invloed van groepsdruk/ FOMO (Fear of Missing Out) ergens bij willen horen en bang om buitengesloten te raken doen pubers dus soms dingen die ze beter niet kunnen doen. Verslaving onder jongeren laat de laatste jaren weer een stijging zien. Tegenwoordig worden er steeds vaker designer- en/of harddrugs gebruikt en dat is natuurlijk zorgelijk. De meeste verslaving bij jongeren begint rond hun 15e. Het begint altijd allemaal onschuldig. Veelal met één drankje of één blowtje. Op die leeftijd kunnen zij de noodzaak niet inzien om te minderen of te stoppen. De korte termijn voordelen zijn simpelweg te groot, zoals contact met vrienden, lol maken, even chillen, weg uit de wereld die veel van ze vraagt of even ontsnappen aan de realiteit. Op lang termijn zullen de voordelen steeds minder fijn zijn. Je krijgt problemen op sociaal, mentaal en fysiek gebied en het wordt steeds moeilijker om er mee te stoppen.
|
|
|
|
VOORGERECHT
Maak een woordweb in je LWM. Schrijf zoveel mogelijk gedragsverslavingen en alle verschillende genotmiddelen op waar je makkelijk verslaafd aan raakt. HOOFDGERECHT 1. Maak de verslavingsgevoeligheidstest. 2. Klik op middelste afbeelding hiernaast en bekijk het filmpje en maak daarna de werkblad in je LWM. NAGERECHT Dit nagerecht gaat over gameverslaving?! Klik op de onderste afbeelding om naar de link te gaan van 'het nieuwe gamen' en volg stap 1 en 2 hieronder: Ga eerst naar ‘Een nieuw fenomeen’. 1. Waarom zijn de meeste spellen gratis? Klik op ‘De harde cijfers’. 2. Noem twee positieve effecten die gamen kan hebben. Klik op 'De verslaving expert’. Ga nu verder met het beantwoorden van vraag 3 en 4. 3. Wat is er veranderd op het gebied van spellen? 4. Weten of jij game verslaafd bent? Klik op de bovenste afbeelding en doe de test! TUSSENGERECHT Maak een mini preventie poster voor een doelgroep om een verslaving (naar keuze) te voorkomen. Schrijf vijf redenen op om geen genotsmiddelen te gebruiken en de gevaren/risico's op je poster van. Plak er een passende afbeelding (of teken zelf) en een pakkende slogan (= een korte zin, bv zoals 'Alles voor een glimlach' van Coolblue) Maak er een opvallende poster van! Denk aan duidelijke letters en verschillende kleuren. Zie hiernaast een paar voorbeelden van slogans op een poster.. |
|