Les 28
VAN BABY TOT PUBER
Een mens ontwikkelt zich op verschillende gebieden; lichamelijk & motorisch (het kunnen bewegen), mentaal & verstandelijk, sociaal- emotioneel en seksueel. De lichamelijke ontwikkeling is het groter en sterker worden van het menselijk lichaam. Je lichaam groeit tot ongeveer je 18e en is op zijn sterkst tussen je 20e en 30e jaar. Uiteindelijk neemt de fysieke kracht ook weer langzaam af als je ouder wordt. Tenslotte gaat het lichaam steeds slechter werken en alles wordt moeizamer. Er ontstaat een aftakeling (het achteruitgaan van het welzijn).
Zwangerschap & geboorte
Een zwangerschap begint bij de bevruchting (ook wel conceptie genoemd): van de miljoenen spermacellen die vrijkomen bij een zaadlozing dringt eentje de eicel binnen. Deze twee cellen smelten samen tot één nieuwe cel, die zich vervolgens in de baarmoeder nestelt. Daar verandert de cel van een embryo in een foetus en die wordt uiteindelijk een baby. Na zo’n negen maanden zwangerschap is het zover: de bevalling. De meeste bevallingen volgens dezelfde bevalling fases.
De eerste fase of ontsluitingsfase: de baarmoedermond verstrijkt en gaat open.
De tweede fase of uitdrijvingsfase: de baby gaat door het geboortekanaal en wordt geboren.
De derde fase of nageboortefase: de placenta wordt geboren.
De vierde fase of het natijdperk: controle van de moeder en de baby.
De baby (0- 18 maanden)
Een baby maakt in zijn of haar eerste levensjaren de meeste lichamelijke ontwikkeling door. Dit kun je zien aan dat het heel hard groeit. Een baby wordt wel 25 cm groter dan toen het geboren werd en 3 keer zo zwaar. Bij de geboorte is het hoofd van de baby groot in vergelijking tot de rest van zijn lichaam. Later wordt dit normaler. De botten worden steeds harder. Verder maakt het een grote motorische ontwikkeling mee, door te gaan kruipen, zitten, staan en lopen. Baby’s groeien vooral tijdens het slapen. Goede voeding is belangrijk. Moedermelk of melk uit de fles. Het baby kan zelf zijn behoefte aan melk regelen, door meer of minder te drinken.
De peuter (1,5 - 4 jaar)
Een peuter groeit minder hard dan een baby, ongeveer nog 8 tot 10 cm per jaar. Het gaat leren zindelijk (kan zelf aangeven wanneer het moet plassen/poepen) te worden. En leren hun evenwicht te bewaren. De peuter kan al veel: zitten, staan, lopen, traplopen en fietsbewegingen maken. Dit zijn allemaal vaardigheden die te maken hebben met de grove motoriek. Een peuter heeft veel ruimte nodig om zijn grove motoriek verder te ontwikkelen. Peuters rennen, klauteren en klimmen en spelen graag buiten.
De kleuter (4 - 6 jaar)
Een kleuter groeit hard, hij schiet als het ware de lucht in. Met name de armen, benen en vingers groeien sterk en de molligheid van vroeger is nu echt verdwenen. De grove motoriek is al goed ontwikkeld. Hij kan goed en gericht met iets gooien. Een kleuter wordt of links- of rechtshandig en heeft al een goed ontwikkelde fijne motoriek. Hij kan zijn veters strikken en een potlood vasthouden en met dat potlood kan hij al vrij precies tekenen. De kleuter ziet al veel details. Als hij ongeveer zes jaar is, kan hij letters en cijfers schrijven.
Het schoolkind (6 - 12 jaar)
Het schoolkind ontwikkeld zich het meest op het gebied van denken (cognitie), maar laat zeker ook nog lichamelijke ontwikkeling zien, door veel te bewegen en ze worden leniger en sterker. Vanaf 6 jaar gaan de tanden wisselen. Het schoolkind leert zich in te leven (sociaal emotionele ontwikkeling) en leert een heel boek(je) lezen, verhaaltjes schrijven en sommen uitrekenen. Tot ongeveer tien jaar verloopt de ontwikkeling van jongens en meisjes bijna gelijk. Daarna gaat de ontwikkeling van de meisjes opeens veel sneller. Meisjes in groep 8 van de basisschool zijn groter en rijper dan de jongens.
De puber (12 - 16 jaar)
In deze fase zijn er grote lichamelijke veranderingen. Aan het begin van de puberteit zien we een groeispurt, dan eet de puber veel. Omdat de armen en de benen sterk groeien in verhouding tot de rest van het lichaam, is de puber lichamelijk uit evenwicht. Hij voelt zich onhandig en doet onhandig. Een meisje groeit gemiddeld nog 5 cm na haar eerste menstruatie. Het uiterlijk kan een probleem zijn door bijvoorbeeld jeugdpuistjes, teveel of te weinig baardgroei bij jongens of het gevoel hebben dat de piemel of te groot of te klein is. Ook meisjes kunnen tobben met hun uiterlijk: te dik of te dun, te grote of juist te kleine borsten. Dit alles kan leiden tot onzekerheid. Lichamelijke veranderingen beginnen bij meisjes zo’n twee jaar eerder dan bij jongens. Meisjes zijn lichamelijk meestal eerder volwassen. Bij meisjes is dat ongeveer rond hun vijftiende en bij jongens rond hun zestiende jaar.
Zwangerschap & geboorte
Een zwangerschap begint bij de bevruchting (ook wel conceptie genoemd): van de miljoenen spermacellen die vrijkomen bij een zaadlozing dringt eentje de eicel binnen. Deze twee cellen smelten samen tot één nieuwe cel, die zich vervolgens in de baarmoeder nestelt. Daar verandert de cel van een embryo in een foetus en die wordt uiteindelijk een baby. Na zo’n negen maanden zwangerschap is het zover: de bevalling. De meeste bevallingen volgens dezelfde bevalling fases.
De eerste fase of ontsluitingsfase: de baarmoedermond verstrijkt en gaat open.
De tweede fase of uitdrijvingsfase: de baby gaat door het geboortekanaal en wordt geboren.
De derde fase of nageboortefase: de placenta wordt geboren.
De vierde fase of het natijdperk: controle van de moeder en de baby.
De baby (0- 18 maanden)
Een baby maakt in zijn of haar eerste levensjaren de meeste lichamelijke ontwikkeling door. Dit kun je zien aan dat het heel hard groeit. Een baby wordt wel 25 cm groter dan toen het geboren werd en 3 keer zo zwaar. Bij de geboorte is het hoofd van de baby groot in vergelijking tot de rest van zijn lichaam. Later wordt dit normaler. De botten worden steeds harder. Verder maakt het een grote motorische ontwikkeling mee, door te gaan kruipen, zitten, staan en lopen. Baby’s groeien vooral tijdens het slapen. Goede voeding is belangrijk. Moedermelk of melk uit de fles. Het baby kan zelf zijn behoefte aan melk regelen, door meer of minder te drinken.
De peuter (1,5 - 4 jaar)
Een peuter groeit minder hard dan een baby, ongeveer nog 8 tot 10 cm per jaar. Het gaat leren zindelijk (kan zelf aangeven wanneer het moet plassen/poepen) te worden. En leren hun evenwicht te bewaren. De peuter kan al veel: zitten, staan, lopen, traplopen en fietsbewegingen maken. Dit zijn allemaal vaardigheden die te maken hebben met de grove motoriek. Een peuter heeft veel ruimte nodig om zijn grove motoriek verder te ontwikkelen. Peuters rennen, klauteren en klimmen en spelen graag buiten.
De kleuter (4 - 6 jaar)
Een kleuter groeit hard, hij schiet als het ware de lucht in. Met name de armen, benen en vingers groeien sterk en de molligheid van vroeger is nu echt verdwenen. De grove motoriek is al goed ontwikkeld. Hij kan goed en gericht met iets gooien. Een kleuter wordt of links- of rechtshandig en heeft al een goed ontwikkelde fijne motoriek. Hij kan zijn veters strikken en een potlood vasthouden en met dat potlood kan hij al vrij precies tekenen. De kleuter ziet al veel details. Als hij ongeveer zes jaar is, kan hij letters en cijfers schrijven.
Het schoolkind (6 - 12 jaar)
Het schoolkind ontwikkeld zich het meest op het gebied van denken (cognitie), maar laat zeker ook nog lichamelijke ontwikkeling zien, door veel te bewegen en ze worden leniger en sterker. Vanaf 6 jaar gaan de tanden wisselen. Het schoolkind leert zich in te leven (sociaal emotionele ontwikkeling) en leert een heel boek(je) lezen, verhaaltjes schrijven en sommen uitrekenen. Tot ongeveer tien jaar verloopt de ontwikkeling van jongens en meisjes bijna gelijk. Daarna gaat de ontwikkeling van de meisjes opeens veel sneller. Meisjes in groep 8 van de basisschool zijn groter en rijper dan de jongens.
De puber (12 - 16 jaar)
In deze fase zijn er grote lichamelijke veranderingen. Aan het begin van de puberteit zien we een groeispurt, dan eet de puber veel. Omdat de armen en de benen sterk groeien in verhouding tot de rest van het lichaam, is de puber lichamelijk uit evenwicht. Hij voelt zich onhandig en doet onhandig. Een meisje groeit gemiddeld nog 5 cm na haar eerste menstruatie. Het uiterlijk kan een probleem zijn door bijvoorbeeld jeugdpuistjes, teveel of te weinig baardgroei bij jongens of het gevoel hebben dat de piemel of te groot of te klein is. Ook meisjes kunnen tobben met hun uiterlijk: te dik of te dun, te grote of juist te kleine borsten. Dit alles kan leiden tot onzekerheid. Lichamelijke veranderingen beginnen bij meisjes zo’n twee jaar eerder dan bij jongens. Meisjes zijn lichamelijk meestal eerder volwassen. Bij meisjes is dat ongeveer rond hun vijftiende en bij jongens rond hun zestiende jaar.
|
|
|
VOORGERECHT
1. Op welke gebieden ontwikkelt en groeit de mens? 2. Wanneer is de mens fysiek het sterkst? 3. In welke fase groeit een mens het hardst? 4. In welke fase ontwikkel je het empatisch vermogen? 5. In de puberteit kun je door een groeispurt tijdelijk harder groeien, schrijf in eigen woorden op wat groeipijn is? 6. Vanaf welke leeftijd wissel je tanden? 6a.Vanaf welke leeftijd groeit een meisje sneller dan een jongen? 6b. Hoeveel cm groeit een meisje gemiddeld nog nadat de menstruatie is gestart? HOOFDGERECHT Vul je werkblad in je LWM in met behulp van de brontekst. NAGERECHT *HW Maak een geboortekaartje met de gegevens over jezelf, vraag je ouder(s) Zie de checklist hiernaast. TUSSENGERECHT (Let op dit is een thuisopdracht) Bedenk 4 vragen die je jouw ouders wil stellen over, hoe zij als kind waren en over hoe ze jou hebben zien opgroeien. Wat zou je willen weten over hen en jezelf als het gaat over '(op)groeien'. Laat de vragen aan je docent zien voor goedkeuring voordat je jouw ouder(s) interviewt, schrijf de antwoorden op in je LWM. |