Les 31
WEERSTAND
Weerstand is het vermogen van het lichaam om deze te beschermen tegen negatieve invloeden van buitenaf, zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Dit zijn ziekteverwekkers, waarmee je anderen kunt besmetten. Ziekteverwekkers komen op verschillende manieren in je lichaam terecht; door besmet eten& drinken, 'vieze' (spuit)naalden, ingeademde lucht, onbeschermde seks. Ziekteverwekkers komen dus uit je omgeving en kunnen infecties veroorzaken. Bij een infectie dringen de ziekteverwekkers je lichaam binnen, delen zich en je lichaam reageert met een ontsteking, bijvoorbeeld oor- oog- of een longontsteking, dit veroorzaakt, pijn, zwelling, warmt en roodheid. Bacteriën en schimmels zijn levende organisme (hebben een eigen leven zeg maar). Virussen kunnen alleen overleven samen met een levend organisme, zoals de mens. Een virus veroorzaakt bijvoorbeeld; verkoudheid, (buik)griep, corona, mazelen, waterpokken of pfeiffer. Ziekteverwekkers horen niet thuis in een lichaam en daarom heten ze lichaamsvreemde stoffen. Mocht je iemand besmet hebben dan duurt het 1 - 14 dagen voordat diegene mogelijk klachten krijgt. Dit noemen we incubatietijd.
Weerstand betekent verdedigen. Weerstand kun je ook mentaal en sociaal voelen, meestal bij veranderingen in je (dagelijkse) bestaan. Het verdedigingssysteem van het lichaam noemen we het afweer- of immuunsysteem. Het immuunsysteem bevindt zich door het hele lichaam, in je huid, darmen, luchtwegen, bloed en lymfestelsel. Alle onderdelen van het immuunsysteem 'communiceren' met elkaar met als doel om bedreigingen voor het lichaam snel onschadelijk te maken. Samen stoppen ze de aanvallen van lichaamsvreemde stoffen op het lichaam en ruimen het op. Witte bloedcellen zijn hierbij belangrijk. Deze cellen kunnen namelijk ziekteverwekkers insluiten en doden. Sommige van deze witte bloedcelen maken antistoffen tegen ziekteverwekkers, ze maken dan de ziekteverwekker onschadelijk. De witte bloedcellen 'onthouden' hoe de antistof is gemaakt en maak deze meteen aan bij een volgende besmetting met dezelfde ziekteverwekker, zodat je niet ziek wordt maar immuun bent geworden voor de ziekte. We noemen dit natuurlijke immuniteit. Sommige ziekten kunnen ernstige gevolgen hebben en kun je je voor laten inenten of vaccineren. Je krijgt dan met een spuitje het dode of een verzwakte ziekteverwekker ingespoten en de witte bloedcellen gaan dan aan de slag met het maken van antistoffen. Dit heet kunstmatige immuniteit.
Het kan zijn dat je immuunsysteem niet zo goed werkt, omdat je te weinig witte bloedcellen hebt of door bepaalde medische behandelingen of medicijnen. Je immuunsysteem kan ook je eigen lichaamscellen aanvallen, dan spreken we over auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Crohn, reuma. Auto-immuunziekten kunnen schade veroorzaken aan verschillende organen of gewrichten, huid of zenuwen beschadigen. LET OP! Er is een verschil tussen een auto-immuunziekte en een allergie. Een allergie is een overdreven (afweer)reactie van het lichaam op een bepaalde stof (allergenen) waarmee je in aanraking komt. Bij een auto- immuunziekten is eigelijk je eigen lichaam de ziekteverwekker door een foutje in het afweersysteem.
Het immuunsysteem is best een ingewikkeld systeem, maar... wetenschappelijk is bewezen dat een gezonde levensstijl zeker bijdraagt aan een stabiel immuunsysteem. Je kunt je weerstand hoog houden en/of versterken door gevarieerd te eten, genoeg te slapen, te bewegen en te ontspannen.
Weerstand betekent verdedigen. Weerstand kun je ook mentaal en sociaal voelen, meestal bij veranderingen in je (dagelijkse) bestaan. Het verdedigingssysteem van het lichaam noemen we het afweer- of immuunsysteem. Het immuunsysteem bevindt zich door het hele lichaam, in je huid, darmen, luchtwegen, bloed en lymfestelsel. Alle onderdelen van het immuunsysteem 'communiceren' met elkaar met als doel om bedreigingen voor het lichaam snel onschadelijk te maken. Samen stoppen ze de aanvallen van lichaamsvreemde stoffen op het lichaam en ruimen het op. Witte bloedcellen zijn hierbij belangrijk. Deze cellen kunnen namelijk ziekteverwekkers insluiten en doden. Sommige van deze witte bloedcelen maken antistoffen tegen ziekteverwekkers, ze maken dan de ziekteverwekker onschadelijk. De witte bloedcellen 'onthouden' hoe de antistof is gemaakt en maak deze meteen aan bij een volgende besmetting met dezelfde ziekteverwekker, zodat je niet ziek wordt maar immuun bent geworden voor de ziekte. We noemen dit natuurlijke immuniteit. Sommige ziekten kunnen ernstige gevolgen hebben en kun je je voor laten inenten of vaccineren. Je krijgt dan met een spuitje het dode of een verzwakte ziekteverwekker ingespoten en de witte bloedcellen gaan dan aan de slag met het maken van antistoffen. Dit heet kunstmatige immuniteit.
Het kan zijn dat je immuunsysteem niet zo goed werkt, omdat je te weinig witte bloedcellen hebt of door bepaalde medische behandelingen of medicijnen. Je immuunsysteem kan ook je eigen lichaamscellen aanvallen, dan spreken we over auto-immuunziekten, zoals de ziekte van Crohn, reuma. Auto-immuunziekten kunnen schade veroorzaken aan verschillende organen of gewrichten, huid of zenuwen beschadigen. LET OP! Er is een verschil tussen een auto-immuunziekte en een allergie. Een allergie is een overdreven (afweer)reactie van het lichaam op een bepaalde stof (allergenen) waarmee je in aanraking komt. Bij een auto- immuunziekten is eigelijk je eigen lichaam de ziekteverwekker door een foutje in het afweersysteem.
Het immuunsysteem is best een ingewikkeld systeem, maar... wetenschappelijk is bewezen dat een gezonde levensstijl zeker bijdraagt aan een stabiel immuunsysteem. Je kunt je weerstand hoog houden en/of versterken door gevarieerd te eten, genoeg te slapen, te bewegen en te ontspannen.
|
|
|
|
VOORGERECHT
1. Heb je wel eens een andere infectieziekte gehad dan de griep, zo ja welke en wat waren de klachten? 2. Heb je weleens een infectie van bacterie (ontsteking) opgelopen, zo ja wat waren de klachten en weet je ook hoe je het hebt opgelopen? 3. Hoe komen ziekteverwekkers in je lichaam, noem ze alle vier. 4. Hoe noem je stoffen die niet in het lichaam thuishoren? 5. Noem drie manieren om de kans op een infectieziekten te verkleinen. 6. Je herstelt sneller met een goede conditie, leg uit hoe dat komt. 7. Omschrijf in eigen woorden hoe een antistof een ziekteverwekker onschadelijk maakt. HOOFDGERECHT Maak de invuloefeningen in je LWM. NAGERECHT Bekijk het filmpje van Clipphanger hierboven over de ziekte van Pfeiffer en beantwoord daarna de volgende vragen in je LWM. TUSSENGERECHT Je hebt de corona-pandemie meegemaakt. Schrijf aan de hand van de vragen in je LWM een dagboekpagina over je ervaringen die je toen hebt opgedaan. |