Les 21
ANGSTEN
Angst is heel normaal en zelfs nuttig in gevaarlijke situaties. Angst is een soort alarm, die ervoor zorgt dat je lichaam in actie komt bij gevaar, zodat jezelf in veiligheid brengt. Bij angstgevoelens worden in je lichaam, de stresshormonen adrenaline en cortisol aangemaakt die van invloed zijn op onder andere je hart, je longen, je hersenen en je darmen. Hierdoor kun je last krijgen van hartkloppingen, duizeligheid en buikpijn. Het kan ook zijn dat je angst voelt terwijl dat helemaal niet nodig is. Bijvoorbeeld bij paniekaanvallen, dan staat het 'alarm' te scherp afgesteld en gaat deze ook af wanneer je niet in een gevaarlijke situatie bent. Na een eerste paniekaanval schrikt iemand zo erg dat die persoon daarna bang wordt om er nog een te krijgen. Wat er dan gebeurt is dat wanneer er ook maar iets van angst wordt gevoelt (bewust of onbewust) het lichaam weer in een paniekaanval schiet. Angst voor paniekaanvallen veroorzaakt juist weer nieuwe paniekaanvallen. Hierdoor kan het zijn dat die persoon situaties gaat vermijden en nergens meer naar toe durft. Als iemand regelmatig heel erg bang of in paniek is, dan heeft die persoon misschien een angststoornis. Bij 1 op de 10 jongeren komt dit voor. Veel jongeren schamen zich hiervoor en verbergen daarom hun angsten voor anderen. Erover praten kan helpen. Bespreek altijd je probleem met iemand die je vertrouwt en zoek samen hulp. Als je de juiste hulp krijgt kun je van angsten en paniekaanvallen af te komen.
Fobieën
Mensen met een fobie zijn bang voor één bepaald iets, dieren (hond, slang, spin, muis) natuurverschijnselen (onweer, hoogtevrees) medisch (bloed, spuiten, tandarts) situaties (tunnels, vliegtuig, plein, niet weg kunnen) en overige (spiegels, kermis, bepaalde geluiden, schrik). Een fobie zorgt voor lichamelijke reacties, zoals zweten, hartkloppingen, een drukkend gevoel op de borst en paniekgevoelens. Ook al weet de persoon wel dat zijn angst 'niet klopt', de angst wint het bijna altijd van 'het weten'. Heel veel mensen hebben angsten. Er wordt pas gesproken van een fobie als de angst iemands dagelijks leven heel erg bemoeilijkt.
Faalangst
Bij faalangst is een iemand bang om te falen (mislukken). Faalangst komt heel vaak voor. Veel jongeren hebben er last van, zowel jongens als meisjes. Gemiddeld vaak 3 leerlingen per klas! Er zijn verschillende soorten faalangsten en de manier waarop je dit uit:
- Cognitieve faalangst: angst om te falen bij schoolse taken, bijvoorbeeld angst om een onvoldoende te halen bij proefwerken of toetsen.
- Sociale faalangst: angst om te falen bij sociale taken, zoals angst om niet gekozen te worden bij gym of angst om uitgelachen te worden tijdens een spreekbeurt of presentatie.
- Motorische faalangst: angst voor lichamelijke of competitieve taken, zoals opzien tegen de gymles of angst om mee te doen aan een sportwedstrijd of competitie.
- Actieve faalangst: uit zich door (extra)hard te werken, zoveel mogelijk leren door alles te willen weten, de leerstof te herhalen en alles te willen te onthouden en veel uren in het leren stoppen.
- Passieve faalangst: uit zich door alles onder controle te willen houden, neiging om op te geven, lastig en tegendraads zijn, spijbelen en uitstelgedrag.
Fobieën
Mensen met een fobie zijn bang voor één bepaald iets, dieren (hond, slang, spin, muis) natuurverschijnselen (onweer, hoogtevrees) medisch (bloed, spuiten, tandarts) situaties (tunnels, vliegtuig, plein, niet weg kunnen) en overige (spiegels, kermis, bepaalde geluiden, schrik). Een fobie zorgt voor lichamelijke reacties, zoals zweten, hartkloppingen, een drukkend gevoel op de borst en paniekgevoelens. Ook al weet de persoon wel dat zijn angst 'niet klopt', de angst wint het bijna altijd van 'het weten'. Heel veel mensen hebben angsten. Er wordt pas gesproken van een fobie als de angst iemands dagelijks leven heel erg bemoeilijkt.
Faalangst
Bij faalangst is een iemand bang om te falen (mislukken). Faalangst komt heel vaak voor. Veel jongeren hebben er last van, zowel jongens als meisjes. Gemiddeld vaak 3 leerlingen per klas! Er zijn verschillende soorten faalangsten en de manier waarop je dit uit:
- Cognitieve faalangst: angst om te falen bij schoolse taken, bijvoorbeeld angst om een onvoldoende te halen bij proefwerken of toetsen.
- Sociale faalangst: angst om te falen bij sociale taken, zoals angst om niet gekozen te worden bij gym of angst om uitgelachen te worden tijdens een spreekbeurt of presentatie.
- Motorische faalangst: angst voor lichamelijke of competitieve taken, zoals opzien tegen de gymles of angst om mee te doen aan een sportwedstrijd of competitie.
- Actieve faalangst: uit zich door (extra)hard te werken, zoveel mogelijk leren door alles te willen weten, de leerstof te herhalen en alles te willen te onthouden en veel uren in het leren stoppen.
- Passieve faalangst: uit zich door alles onder controle te willen houden, neiging om op te geven, lastig en tegendraads zijn, spijbelen en uitstelgedrag.
|
|
|
|
VOORGERECHT
1. Waarom is angst een nuttige emotie? 2. Wat is een paniekaanval? 3. Wat is het verschil tussen af en toe (ergens voor) bang zijn en een fobie? 4. Zoek op wat verlatingsangst is, klik hier? 5. Vragen die te maken hebben met faalangst: a. Vind je het moeilijk of vervelend om fouten te maken? b. Wat leer je van fouten? c. Kun je iets leren zonder fouten te maken? d. In welke faalangst (zie tekst) herken jij jezelf het meest, leg uit? HOOFDGERECHT Maak in je LWM eerst het werkblad over verschillende angstgevoelens en stel daarna je eigen 'Angst Top 10' samen. Vergelijk deze met twee klasgenoten en tenslotte beantwoord je de vragen nav de vergelijkingen. NAGERECHT 'Schrikken' is plotseling erg bang worden. Bekijk het filmpje (klik op afbeelding 2) 1. Wat is de conclusie van dit experiment? 2. Wat gebeurt er allemaal in een lichaam bij angstgevoelens (lees de brontekst hierboven) TUSSENGERECHT Klik op afbeelding 1 en maak de quiz, 10 vragen over fobieën. |